‘Weet je wat het probleem is met loslaten…?’
Ze pulkt aan haar tissue waar al niet zoveel meer van overschiet. Ze wil zeggen dat ze gerust een ander mag nemen, daar staan ze voor, maar ze zwijgt want ze wil dit breekbare moment niet verstoren.
‘…Het plotse besef dat je de kinderen niet meer kunt helpen zoals voorheen.
Vroeger nam je ze op schoot, plakte een pleister op hun geschaafde knieën, een kusje erop en ze konden weer verder spelen.
Nu nemen ze stilletjes aan zelf hun beslissingen, wat de bedoeling is, want je voedt hen tenslotte op naar die zelfstandigheid.
Vervolgens kijk je machteloos toe naar hoe je hen ziet worstelen bij die zelfstandige besluitvorming,
maar daar kan geen pleister of mamazalf meer tegenop.’
‘Ze moeten nu hun eigen medicijn uitvinden zeker?’
Ze verzekert haar dat haar kinderen daar vast hun moeders recept voor gebruiken en dat ze heus op tijd gevraagd zal worden om mee in de pot te komen roeren.
Resoluut gooit ze haar verzadigde tissue in de prullenbak.
Ze heeft duidelijk geen nieuwe meer nodig.
Ze verlaat de praktijk en zegt dat ze nog aardbeien heeft staan om jam van te maken, de lievelingsconfituur van haar kinderen en ze is vertrokken.
Het probleem met loslaten is dat het eigenlijk niet eens moet.
Het is het contact dat verandert door de jaren heen,
maar het basisrecept en de lievelingssmaak blijven dezelfde.
Smakelijke moederdag